Ko Droogers |
|
|||||||||||||||||
|
a/b m.s. Joh. v. Oldenbarnevelt” 26 maart 1940Lieve allemaal! We zijn al een aardig einde weg, namelijk op de Middellandse Zee, en hopen morgen in Port Said aan te komen, waar ook weer gelegenheid bestaat een brief te posten. Ik zal er dan ook maar weer eens eentje schrijven. Ik heb het op 't oogenblik nog reuze goed naar m'n zin. 's Morgens moeten we aardappelen schillen. Om 9 uur krijgen we dan een uurtje Maleisch en een uurtje praten over Indië. Verder hoeven we den geheelen dag niets te doen. Evenals in Genua gaan we ook in Port Said de zaak eens bekijken. We hebben een reuze kapitein bij ons, die ons zoveel mogelijk plezier doet. Het spreekt vanzelf, dat ook wij alles doen om het hem aangenaam te maken. Het is trouwens niet alleen de kapitein die goed is, al het andere kader is zeer schikkelijk. Op het oogenblik dat ik deze brief schrijf, is er een flinke wind aan het opzetten. We varen dan ook maar op halve kracht. We zijn nu in de buurt van het eiland Kreta. Toch valt het met de warmte reusachtig mee. Er staat namelijk ook een flinke wind. Toch is het al heel wat warmer, dan het bij jullie het geval zal zijn. Zondagmiddag heb ik flink gegeten, ja zelfs een beetje te veel. Het gevolg hiervan was, dat ik tegen den avond aardig misselijk was, waar natuurlijk het schommelen van de boot ook schuld aan had. Ik heb een paar keer aan de visschen geofferd en ben vroeg in bed gekropen. Maandagmorgen was ik weer kiplekker en ik heb nergens geen last meer van gehad. Nu lieve allemaal, ik ga er nu maar mee eindigen, want over een kwartier is de laatste buslichting, en jullie hebben nu weer een briefje van me. Doe ook de groeten aan dhr en mevr Kraan. Allen hartelijk gegroet van jullie zoon en br. Ko Droogers |
|||||||||||||||||
Stuur je reakties naar: jaap |